‘Jullie uit Friesland’: zegt de man op de ladder die tegen een huis staat. ‘Ik ken jullie’: vervolgt hij verder. Al pratend komen we er achter dat hij bij het gymnasion heeft gewerkt in Joure. Maar hij is inwoner van Saba, zo vertelt hij ons. Wat is de wereld klein merken we naderhand op.
6 Comments
‘No, she is closed now’ zegt de mevrouw achter een tafel in de buurt van de bakker waar ik even snel een broodje denk te scoren voor Jeroen. Jeroen zit even verderop in een cafeetje waar we net 2 koffie hebben besteld. ‘Ja dat kan ik ook wel zien’ bedenk ik me, want het rolluik zit dicht. Voor de zekerheid vraag ik het nog eens: ‘when is she open’? Het antwoord luidt opnieuw: ‘she is closed now’.
Lekker die regen He? Ja’ beaamt Jeroen. Inwendig moet ik er om lachen. Normaal gesproken zet Jeroen geen stap buiten de deur als het niet moet terwijl het regent. En als.....dan probeert hij zijn nek zo ver als mogelijk tussen zijn schouderbladen te trekken, alsof het daar minder van wordt? Maar hier is een regenbuitje lekker verfrissend!
‘De zon is peper vandaag’ zegt onze reisleider Tony als we een Saramakaans dorp bezoeken. Later deze week vertelt hij dat hij 2 kinderen heeft en zo zegt hij: ‘er zit één in de oven’.
Eindelijk snap waar die uitdrukking vandaan komt. Want zo voelt een oceaan oversteek. Ik staar een beetje over de eindeloze watervlakte. Ben gebiologeerd door het spel van de golven. De vliegvissen vind ik grappig, maar dat eindeloze zitten.....Ik ben geen persoon met rust in de kont om het zo maar eens te zeggen.
Zo dat is eruit, denk ik dan maar. We liggen in de haven maar er is zo veel swell waardoor ik me niet lekker voel. De wasbak is gelukkig in de buurt en mijn lunch verdwijnt door het gootsteenputje. Of.....zou het toch Corona zijn.......
Plotsklaps zie ik een lichtje aan de horizon. Ik check de kaartplotter maar zie geen Ais object. Hmmm......Zou dat een visser zijn, die net zoals op de Noordzee niet wil prijs geven waar zijn visgrond is. Dat zou vreemd zijn,
We liggen in lepeltje-lepeltje houding in de achterhut, het is er verstikkend warm. Ik heb mijn armen ver boven mijn hoofd gestrekt. Jeroen ligt ook met zijn handen boven zijn hoofd. ‘Ik houd dit niet lang meer vol’, zeg ik.
‘Nou Brokke aan het werk!’ zeg ik ik met een blik op wat er aan de vishengel hangt. ‘Wat is dat voor beest?’ zegt Jeroen met ongeloof in zijn stem. ‘Het is een vis’ zeg ik met verholen pret. ‘Nou kom op, aan het werk! Nu zul je het weten ook’ voeg ik er aan toe!
‘Curieus’ zegt Jeroen, ‘ik zie daar schuimkopjes op het water staan’. ‘Ze lijken uit een totaal andere windrichting te komen dan waarop we nu zeilen’. Snel draaien we de Genua weg, en zetten het grootzeil snaarstrak zodat we de windshift kunnen opvangen. Voordat we het weten trekt de wind aan richting de 30 knopen en komt over de andere boeg binnen.
How many passengers do you have on board? Op de marifoon is een gesprek aan de gang tussen een kustwacht en een boot. Waarschijnlijk is de boot ver weg en bij het antwoorden klinkt een hoop gekraak, door de speaker. Ok sir, copy that........
We staan bij het bureautje van een ambtenaar in zwart uniform. ‘She is the captain’: zegt Jeroen als hij aangesproken wordt als captain. Een glimlach vliegt over de man zijn gezicht. Niet veel later spreekt hij Jeroen opnieuw aan als captain. Jeroen wijst alleen maar naar mij, zegt verder niets, en wederom komt er een glimlach..
Waar zal ik eens beginnen....Het is een heksenketel bij de incheckbalie van Tunisair. We staan er ruim op tijd maar door allerlei toestanden bij de verschillende mensen die willen inchecken gaat het uiterst langzaam.
We maken snelheid, ik word weggedrukt in mijn stoel, en voel het vliegtuig loskomen van de grond. Onderweg naar Nederland........
Ik sta bij de slager en zie op de grote kadavers een vieze vette blauwe mug kruipen. De slager is in geen velden of wegen te bekennen en ik kijk maar wat doelloos om mij heen. Zonet heeft Jeroen mij verlaten en is bij het busstation in de bus gestapt.
Het wierookstokje houd ik in het kaarsvlammetje totdat het vlam vat. Ik zet het daarna in de met zand gevulde schaal voor het Boeddhabeeld, waar omheen een oranje sjerp de torso siert.
‘Ik heb de indruk dat we gevolgd worden’, zegt Jeroen. Ik kijk hem verwonderd aan. We komen net uit het Berbermuseum en lopen in de richting van onze huurauto.
We zitten aan het ontbijt op het achterdek als er een auto van de carabinieri stopt. Om ons heen zijn allerlei vissersboten bezig hun vangst te verhandelen. Uit de auto stapt een struise politieagente en posteert zich bij onze loopplank.
Zout en golven
Ik volg het spel van de golven. Komen ze nu schuin van achteren of toch schuin van voren. De zee is knobbelig. Een meeuw komt aangevlogen. Prachtig zoals hij speelt met de golven. In de verte vaart een tanker zie ik op de kaartplotter. Zou die misschien......, zou ik dat durven vragen? Maar ja als je hulp nodig hebt doe je natuurlijk rare dingen....
No! Is het stellige antwoord wat ik krijg via de telefoon op mijn vraag! We liggen op het Kroatische eilandje Vis en zijn van plan om van daar over te steken naar Italië. Bas zit in een hoekje van de boot en bromt: ‘schijtzooi!’ Hij typeert daarmee in een woord waar dit blog over gaat! Jeroen en Frank zijn bezig om de vuilwatertank leeg te halen die vol zit met poep en pis. De pomp die de tank moet leeghalen werkt niet. Ondertussen is de lucht niet zo welriekend meer, op zijn zachtst gezegd.
Nederland heeft net de halve finale tegen Zweden gewonnen. We genieten nog een beetje na. Jeroen gaat naar bed en dan begint het. De wind zwelt aan, de deining neemt toe. We steken nog snel wat extra ankerketting. Op zee in de verte flitst het het aan een stuk door.
We zijn aangekomen in Novigrad, het plaatsje om vandaar de rivier de Zrmanje op te varen in een diepe kloof.
|
AuthorKarin Archief
March 2023
|