Ik weet niet of het jullie als trouwe lezers opvalt maar ik merk dat ik steeds minder blog. We zijn inmiddels 8 jaar onderweg met hier en daar wat onderbrekingen voor bijvoorbeeld corona. In het begin schreef ik soms wel 2 bloggen per maand, nu ligt de frequentie op zeg maar 1 x per 3, 4 maanden.
13 Comments
Gespannen kijken Jeroen en ik om ons heen. Het is donker en voor ons zien we ankerlichten in de masten van de boten die voor ons geankerd zijn. Ze gaan vervaarlijk heen en weer. De schuimkoppen van de ca 2 meter golven geven het geheel een spookachtig geheel.
Op de valreep nog een blog. Morgen vliegen we naar Nederland om mijn moeder, vrienden en familieleden te zien en kerst te vieren. Het besef dat we naar Nederland gaan daalt maar langzaam in. Er gebeurde ook zo veel de laatste maanden.
Ik lig op het achterdek in een soort van siësta coma. We liggen in een van de baaien in het zuiden van Grenada achter een doorgang tussen een privé eilandje en het ‘vaste’ land van Grenada. Een rif voor de doorgang houdt de golven tegen maar de wind waait hier lekker door waardoor het nog redelijk aangenaam is bij de voortdurende (dag en nacht) 30 graden plus. Tel daar bij op dat we niet heel ver weg zijn van het tropische regenwoud en je kunt je misschien voorstellen wat dat met je lichaam doet. ‘s Morgens begint het zweet te stromen, het loopt zo uit mijn haar, over mijn wenkbrauwen en door de wimpers in mijn ogen, een soort van mist en troebelheid achterlatend. Pas in de namiddag rondom zonsondergang en na een laatste zwempartij stopt het zweten enigszins. Helaas wacht het eten koken dan op ons en warmen we weer even door. Onze t-shirts raken verzweet met gele vlekken in de oksels! We blijven hier liggen ivm de hurricane-tijd van 1 Juni t/m 30 November.
‘Volgens mij wordt het tijd dat we naar het zuiden gaan’: zegt Jeroen ‘s morgens om 5 uur. Ik til slaperig 1 ooglid op en kijk hem vragend aan. ‘Er ontstaat iets aan de overkant van de oceaan wat onze kant opkomt’. ‘Mmmm’ beantwoord ik zijn opmerkingen en kom maar met moeite los van mijn slaap.
Plotsklaps komen we in een heel groot veld sargassum terecht ter grootte van een voetbalveld. De massa is dik en lobbig. Langzaam gaat de snelheid eruit tot slechts 2 knoop. Als we er uit zijn denken we weer op de 6 knopen terecht te komen, maar helaas 4 knopen halen we nog net.
‘Can we go with you?’: vraag ik de man in het kantoortje. ‘Yes no problem, I just have to finish these papers and then I will go’. Zo, dat is weer geregeld we hebben een lift naar het kantoor van de internet provider, zo’n 12 km verderop.
‘Nog 2 minuten’ roept Jeroen. Ik zit boven op het dek met de camera om dit moment niet te missen. In de richting waarin ik kijk gebeurt niets. ‘Ho, wacht maar’, zegt Jeroen, het aftellen is gestopt.
‘Wat een Kadootje weer’ zeg ik tegen Jeroen die net naar buiten komt. De zon schijnt volop, maar is nog niet op volle sterkte en doet zijn best de laatste nevel op te lossen. ‘Wel jammer dat er geen zeiltje bij getrokken kan worden’ antwoordt Jeroen. De jassen en truien zijn inmiddels uit en dat terwijl er druilerig weer en slechts 18 graden was voorspeld.
We staan in de rij rustig onze beurt af te wachten. ‘Kijk daar’, ik wijs naar 1 van de loketten waarachter stapels bankbiljetten uitgeteld worden. Onduidelijk is om hoeveel geld het gaat. De stapels worden dikker en mensen verlaten het gebouw van WesternUnion met 5, 10, 20, ja soms met 30 cm hoge stapels geld.
Enigszins geïrriteerd tikt Jeroen tegen het raam van onze huurauto. Wat hij ook probeert met creditcard en instructies op het schermpje van de pomp, er komt geen benzine uit. Ik probeer het ook maar eens, maar helaas mijn magie werkt niet beter. Jeroen is er klaar mee: ‘we zoeken wel een andere pomp’, eentje waar iemand ons gewoon bedient’ merkt hij op. ‘Die zal er niet zijn’ kaats ik terug.
Onze buurman zit de ondergaande zon te fotograferen. De lucht kleurt van diep geel naar oranje en diep donkerrood. Het is een mooie avond. Jeroen is in de kombuis het eten klaar te maken, dat hij bijna gaat serveren. ‘Genoeg voor drie?’ vraag ik hem. Jeroen knikt bevestigend.
‘U mag hier niet naar binnen hoor’, zeg ik tegen de man die de deur opentrekt van een gebouw dat in de steigers staat en verborgen wordt door een houten façade. Ondertussen wijs ik naar zijn broek en zeg: ‘Jeans are forbidden’.
‘Er uit!’ Het dekbed wordt met een ruk van me af getrokken. Met een half open oog kijk ik uit het dekluik en zie een strakblauwe hemel. Het zonlicht is te scherp voor mijn ogen en ik sluit ze dan ook maar weer snel. Ik voel rondom mijn hoofd door het open luik een luchtstroom gaan. Zou er wind staan?
‘On behalf of the people of Maine and the US, welcome’: zegt Lucy Ball, als we haar vertellen hoe mooi we het in Maine vinden. Ze is bij ons aan boord en dat mag een wonder heten. Ze is 86 jaar, staat stijf van de reuma en trilt alsof ze Parkinson heeft.
‘Gaan we hier doorheen komen?’ Vraag ik Jeroen. Ik krijg geen antwoord maar hij draait de gashendel van ons buitenboordmotortje vol open. Vol spanning kijk ik links en rechts van ons hoeveel voortgang we maken.
‘Dit is gewoon intensieve visserijj’, zegt Jeroen. Ik kan het niet anders dan beamen. Samen kijken we naar alle vrolijk gekleurde boeitjes dansend op het water waar we tussendoor slalommen.
Als ik vanaf de taxiboot weer op onze boot stap zie ik het al. De trap naar binnen toe is weg en de motor is zichtbaar. Ik hoor wat gestommel en daar is Jeroen, verhit, zijn bovenlijf ontbloot. Ik kijk hem vragend aan en laat de twee tassen met schone was in de Kuip staan. ‘Hoe staan de zaken er voor?’ Vraag ik hem, wetend wat hij aan het uitspoken is. ‘Ik heb goed en slecht nieuws’, zegt Jeroen. ‘Het goede nieuws is dat ik bijna alle schroeven los heb kunnen krijgen, het slecht nieuws is dat er nog 2 muurvast zitten’. ‘Ze zijn waarschijnlijk vastgeroest, ik heb al van alles geprobeerd’, vervolgt hij.
In het visitors center in Charleston boek ik tickets voor het ‘Gospel to Gershwin’ concert in the Circle Church. De mevrouw achter de balie vertelt enthousiast over de kerk en dat we vooral niet moeten vergeten de begraafplaats te bezoeken. ‘The church is round, do you know why? Ik schud ontkennend mijn hoofd. Het is weliswaar een legende en of het waar is weet ze niet. ‘It is build round, so the devil can’t hide in the corners’: zo vervolgt ze haar uitleg.
Op de gevel hangt een bord waarop staat Erica’s bakery. We openen de deur en zien een hoop blikken en potjes staan. Onder de toonbank, in een soort van vitrine, staan verpakte stukken cake, maar wij zijn op zoek naar brood. Achter de toonbank staat een grote eetkamertafel waaraan een mevrouw van een vierkante meter zit. Ze staart op het schermpje van haar telefoon.
‘Er gaan steeds meer rode lichtjes branden’ : merkt Jeroen op. ‘Misschien moet je de auto even stilzetten en uit doen’: antwoord ik. Zoals altijd doet Jeroen alles wat ik zeg. Even later staan we langs de kant van de weg. Bij het omdraaien van de contactsleutel zegt de auto: ‘tok, tok, tok’. Helaas komt er geen leven meer in. Het lijkt een accuprobleem. Niet veel later staat de locale bevolking onder de motorkap te turen naar wat ons op deze plek heeft doen stilstaan.
Plotsklaps zie ik iets wits achter de boot. Mijn eerste gedachte een orka? Gaan we nu eindelijk die grote beesten zien? flitst door mijn hoofd. Ik kan alleen nog maar mm, mmm zeggen en met mijn vinger wijzen naar de witte vlek achter de boot.
Ik leef in 2 werelden, de laatste dagen in Nederland. Nagenietend van de vakantie in de Italiaanse Dolomieten. Wat hadden we een pracht tijd met zijn zessen in Ortisei. Wat een luxe om met ons hele gezin en aanhang een week bij elkaar te kunnen zijn. Quality time!
Ik word ergens wakker van maar de realiteit dringt nog niet tot mij door. Door mijn wimpers speur ik in de omgeving af in het nog grauwe ochtendlicht. De zon staat op uitbarsten en zal enkele seconden later onze hut in lichterlaaie zetten. Uit mijn ooghoeken zie ik een figuur staan. In zijn handen heeft hij een pistool.
Ik gooi de knuppel in het hoenderhok en vraag de lokalen op het terras, als je dat al zo mag noemen, naar wat zij van de situatie vinden. Binnen no time ontspint zich een discussie over wel of niet vaccineren.
|
AuthorKarin Archief
March 2023
|