‘Er gaan steeds meer rode lichtjes branden’ : merkt Jeroen op. ‘Misschien moet je de auto even stilzetten en uit doen’: antwoord ik. Zoals altijd doet Jeroen alles wat ik zeg. Even later staan we langs de kant van de weg. Bij het omdraaien van de contactsleutel zegt de auto: ‘tok, tok, tok’. Helaas komt er geen leven meer in. Het lijkt een accuprobleem. Niet veel later staat de locale bevolking onder de motorkap te turen naar wat ons op deze plek heeft doen stilstaan. Gelukkig is er een locale supermarkt in de buurt waar we water en wat voedsel kunnen krijgen. Het wordt over de toonbank heen verkocht, niks geen selfservice en pakken uit een winkelschap. Twee uur later, we waren inmiddels ca 50 km vanuit de Marina bij Puerto Plata gereden, komt de verhuurder met 2 mecaniciens aangereden. Wat we al dachten de accu is leeg en de dynamo laat niets op. Uiteindelijk verplaatsen we dit toneelstuk naar een dorpje verderop met behulp van een reserve accu voor de deur van een garage. Wij krijgen tijdelijk de auto van de verhuurder en zij gaan fijn sleutelen aan de auto. Wij gaan verder met onze zoektocht naar de cacaofabriek. Niet veel later merkt Jeroen op: ‘er branden weer wat waarschuwingslampjes’. Ik grap terug: ‘Misschien moet je de auto even langs de kant zetten en uit doen’. ‘Ik houd niet zo van rode lampjes die gaan branden’: kaatst Jeroen terug. We laten het maar zo en even later laten we ons voorlichten over het proces van cacaoboon tot chocola. ‘s Avonds blijkt dat ons huurauto gerepareerd is en worden de auto’s weer omgeruild. Wij gaan de volgende dag ver het binnenland in naar Jarabacoa. Doen daar een steile afdaling naar een waterval en eindigen de dag in Constanza wat volgens de verhalen een leuk dorp moet zijn. De omgeving is groen met heel veel landbouw. Omdat het wat hoger ligt is het qua klimaat daarvoor geschikt. We passeren nogal wat ‘kleine’ vrachtautootjes volgeladen met groentes onderweg naar de vries- of conservenfabriek. ‘U moet de groenten van Hak hebben’: denk ik maar! Constanza vind ik allesbehalve idyllisch en als we ‘s avonds net als het donker is geworden terug lopen naar het hotel, voel ik me niet veilig. Elk huis heeft traliewerk voor de ramen en de veranda’s waar nog net 2 schommelstoelen kunnen staan. De goten liggen vol met afval en hier en daar stroomt een miezerig stroompje water. De scooters en brommers razen aan alle kanten om ons heen en het doet me denken aan ons avontuur toen we in de hoofdstad Santo Domingo waren. Een scooter raasde toen vlak langs ons heen en de achteropzitter probeerde daarbij de IPhone uit mijn hand te pakken waarop we probeerden uit te zoeken welke richting we op moesten lopen. Gelukkig hield ik hem stevig vast en lukt dat hem niet. Het zou een kleine ramp geweest zijn, want veel van onze info ligt opgeslagen in dat kleine kastje. Overigens zijn brommers en scooters hier het nationale vervoermiddel. Je hebt hier zelfs de brommer taxi, waarbij je achterop bij een bestuurder over een korte afstand wordt vervoerd. ‘Kijk’ zegt Jeroen ‘daar zitten ze met zijn vieren op’. Ik probeer er snel een foto van te maken. Het is geen uitzondering. Ik lees later dat de Dominicaanse Republiek een van de landen is met het hoogste aantal verkeersongelukken is. De ‘autosnelweg’ oversteken is de normaalste zaak van de wereld evenals tegen het verkeer inrijden. Inhalen bij onoverzichtelijk bochten of gewoon als er tegenliggers aankomen, het kan allemaal. De volgende dag rijden we terug naar de haven en maken van daaruit wat kortere dagtrips. Hoofdschuddend laten we diverse verkeerssituaties aan ons voorbijgaan. Wij brengen het er gelukkig zonder kleerscheuren vanaf. Absoluut hoogtepunt van ons bezoek aan de Dominicaanse Republiek was ons verblijf in de baai van Samana waar we eindelijk walvissen hebben kunnen zien zwemmen. In deze golf verzamelen zich elk jaar ca walvissen om daar te overwinteren voordat zij de reis ondernemen naar het hoge noorden Groenland en IJsland, een tocht van ca 3000 mijl. De baai staat bekent als paringsgrond en hier worden de jongeren geboren en gezoogd. Alhoewel er strikte regels zijn voor het benaderen van de walvissen en het begrip ‘sanctuary’ er heilig is, vinden wij dat de vele toeristenboten veel te dicht op deze enorme beesten varen. Wij schieten er ook mooie plaatjes! Ook van het nabijgelegen natuurpark in de baai genieten wij van de kleine inhammen, mooie ankerplekken, en de bruine pelikanen. Op een van onze laatste dagen bezoeken we het naastgelegen Ocean world. Naast de shows met Robben en dolfijnen hebben ze ook een kooi met tropische vogels. Ondertussen bekijken we de weersvoorspellingen. Op maandag lijkt een kort gat te ontstaan van een lang etmaal waarin er minder golven staan en een aanvaardbare wind is. Wij denken dat we vertrekken naar de Bahama’s. De voorbereidingen zijn gestart.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuthorKarin Archief
March 2023
|