Wanneer we zijn aangekomen bij Snow Island gaan we met het bijbootje de ‘fjord’ door om een aanlegsteiger te vinden vanwaar we een wandeling willen maken naar een plaatsje waar een vis, lees kreeft, restaurant is te vinden. We varen langs een geankerde Cornish Crabber-achtige boot. ‘What a nice boat you have’ roep ik naar de eigenaar die aanwezig is. ‘And she is in beautiful shape’, voeg ik toe. De eigenaar glimt van trots en we raken aan de praat. Hij is onder de indruk van de lange weg die we hebben afgelegd om hier te zijn. ‘You can use my pontoon to go ashore, the one with the orange ball’. If they do ask what you are doing on my property, tell them: Sid said so!
‘Dit is gewoon intensieve visserijj’, zegt Jeroen. Ik kan het niet anders dan beamen. Samen kijken we naar alle vrolijk gekleurde boeitjes dansend op het water waar we tussendoor slalommen. Onder elk boeitje hangt een kreeftenkorf die op de bodem verbonden is met de volgende korf waarboven ook weer een boeitje hangt. De eerste en de laatste korf van een rij hebben soms ook nog een vlaggetje. ‘Je moet naar stuurboord en nog een groene boei aan de bakboord kant houden’ geef ik aan met de IPad op schoot waarop we de sonarkaarten hebben staan. Beiden turen we in de verte om de groene boei te ontdekken tussen alle andere fel gekleurde boeitjes. Varen in Maine tussen de scheren met ondieptes, een flink tijverschil van ca. 3 meter en nog slalommen tussen de boeitjes is geen sinecure. De boeitjes staan overal ook midden in de vaargeulen en zelfs wanneer we een opengaande brug passeren staan ze midden in de doorgang. De kreeftenvangst is big business in Maine. Het seizoen is beperkt en dan wordt er heel intensief kreeft gevangen tussen juni en december. ‘ik ben benieuwd wanneer we in de krant lezen dat de kreeften zijn verdwenen door overbevissing’ vraagt Jeroen zich af. Wanneer we zijn aangekomen bij Snow Island gaan we met het bijbootje de ‘fjord’ door om een aanlegsteiger te vinden vanwaar we een wandeling willen maken naar een plaatsje waar een vis, lees kreeft, restaurant is te vinden. We varen langs een geankerde Cornish Crabber-achtige boot. ‘What a nice boat you have’ roep ik naar de eigenaar die aanwezig is. ‘And she is in beautiful shape’, voeg ik toe. De eigenaar glimt van trots en we raken aan de praat. Hij is onder de indruk van de lange weg die we hebben afgelegd om hier te zijn. ‘You can use my pontoon to go ashore, the one with the orange ball’. If they do ask what you are doing on my property, tell them: Sid said so! De volgende morgen gaan we op pad via Sid zijn erf, hij komt even uit zijn huis om ons te begroeten. Als we willen kan hij ons naar de supermarkt brengen voor levensmiddelen. Wat een vriendelijkheid! Gelukkig zit de boot nog vol genoeg voor zeker een dag of 5. Niet veel later eten we onze eerste lobsterroll: een getoast broodje met daartussen kreeft. Kosten 52 dollar voor 2 broodjes! Oeps! En dan te bedenken dat kreeft in dit gebied van oorsprong armelui-voedsel is! In Boothbay harbour gaan we op zoek naar een bedrijf dat ons buitenboord motortje voor het bijbootje een onderhoudsbeurt kan geven, het lekt een beetje olie. Elk watersportbedrijf heeft meer dan genoeg werk. Gelukkig vinden we een bedrijf in Rockport harbour wat een aantal ankerplaatsen oostelijker ligt. Onderdelen worden besteld en wij wachten af wanneer we ingepland worden. Ondertussen liggen we in een baai waar de vissen met enige regelmaat uit het water springen omdat ze achterna worden gezeten door……? Een groot grijs lichaam draait zich in het water om. Vissen, otters wat zijn het? Met de verrekijker erbij zie ik het…….zeehonden en beslist geen kleine jongens! De volgende dag gaan we alvast oostwaarts naar een volgende ‘fjord’. Jeroen gooit de mooringlijn in het water om 6.30. Het is nog koud en guur, wat mistig na een regenachtige nacht. We ronden de belboei om de zuidpunt. Ondertussen trekt de lucht open en begint de zon ons te verwarmen. In Round Pound maken we een wandeling door het bos met doorkijkjes naar de waanzinnig mooie omgeving waarin we zijn verzeild. We raken aan de klets met Alison, die net zoals wij aan de wandel is, en ons verhaal maakt opnieuw indruk. Zelf logeert ze met haar moeder bij haar broer die een vakantiehuis heeft in Round Pound. ‘Gaan jullie ook naar Acadia National Park?’ vraagt ze ons. ‘Natuurlijk’ bevestigen we. Ze laat ons foto’s zien van het Park waar ze al verschillende keren is geweest. ‘Het is daar nog mooier dan hier’, vertelt ze ons. We worden uitgenodigd om naar het vakantiehuis te komen en hebben een genoeglijke middag met de familie. We nodigen Alison, ze woont in Philadelphia, uit om als we op de terugweg zijn een keertje mee te gaan zeilen. Haar broer gaan we vast en zeker bezoeken als we weer in New York zijn. Wat zijn deze toevallige ontmoetingen leuk en wat heeft deze wereld toch veel vriendelijke mensen. ‘s Avonds bezoeken we een ‘klein’ concert in de plaatselijke kerk. De twee personen, een harpiste en een gitaar- viool- en fluit speler nemen ons mee in de wereld van de oude zeemansliederen, die vaak hun oorsprong vinden in Ierland en de Keltische cultuur. De volgende ochtend komt de familie nog even onze boot bekijken. Ook oma van 89 jaar komt aan boord. Wat een krasse tante! Niet veel later, we zijn halverwege vloed, gooien we los. Een eindje verderop poppen opeens 4 grijze koppen uit het water. Een heeft de bek vol vis! We passeren de ondieptes zonder kleerscheuren, en een kleine dolfijn zwemt achter ons bijbootje een stukje achter ons aan. We varen inmiddels over de boeitjes heen, we hopen maar dat er niet een blijft haken achter de kiel. Wat is het hier prachtig. De dagen hebben hier gouden randjes!
0 Comments
Leave a Reply. |
AuthorKarin Archief
March 2023
|