We zijn net ingeklaard op de Turks en Caicos eilanden. Gisteravond kwamen we aan na een vervelende tocht van ca 40 uur waarbij geen wind, wind uit de verkeerde hoek en vervelende golfslag elkaar afwisselden. We vertrokken om 7 uur van long Island in de Bahama’s naar de Turks en Caicos in de wetenschap dat er niet (te) veel wind stond, waarbij we delen zouden moeten motoren. We hopen maar dat de golven ook niet te hoog zijn.
Wanneer ik ‘s ochtends wakker word en Jeroen wacht houdt, zijn we inmiddels aan het laveren onder de Plana Cays. Het schiet niet op naar het eiland Mayaguna het meest oostelijke eiland van de Bahama’s. We besluiten om de motor aan te zetten en tegen de golven in naar Mayaguna te gaan en daar onderlangs bij de kust langs te motoren. Het lukt, achter het rif zien we 2 catamarans geankerd liggen. Verleidelijk maar met de harde wind die gaat komen in de aankomende paar dagen en de wetenschap dat op het eiland niet veel te doen zal zijn, zetten we door. Ondertussen bespreken we de plannen voor als we er zijn. We krijgen of liever gezegd kopen op de Turks en Caicos een cruising permit voor slechts een week voor 100 dollar. Willen we langer blijven dan moeten we langs immigration en kost het ons 300 dollar. Mijn idee is om zo snel als mogelijk weer verder te gaan en wat ik vluchtig zag was dat over een week een nieuw weergat aan het ontstaan is tussen de Turks en Caicos eilanden en Puerto Rico. Een afstand van ca 350 mijl, een tocht van een dag of 3. Dan zijn we terug in de Carieb en zal alles in kortere dagtochten goed te doen zijn. Jeroen is het jachtige tempo meer dan zat. Hij heeft moeite om zich aan te passen aan de omstandigheden en zich te schikken in het onvermijdelijke lot: tegenwind! De sfeer aan boord is dan ook niet echt gezellig.
Bij de Oostpunt van Mayaguna steekt de wind op en uit de goede hoek. Plotsklaps spuiten we de goede richting op met een knoop of 6 a 7. Net voor middernacht laten we het anker vallen voor het eiland west Caicos. De volgende ochtend doen we het langzaam aan en motoren de laatste 10 mijl naar Sapadillo bay waar we hopen in te klaren. Vooraf had ik op de Bahama’s al aangegeven via het programma Sailclear dat we er aan komen. Eenmaal in het kantoortje van customs and immigration op het industriële complex South dock, blijkt dat er iets niet goed is gegaan, ondanks de mailbevestiging dat alles in goede orde was ontvangen. Terplekke, op de WiFi van de customs vul ik tot 2x onze arrival notification opnieuw in. Gelukkig kunnen de ambtenaren er dan eindelijk wat mee. In het systeem zit klaarblijkelijk een fout. Door te kiezen voor een andere aankomsthaven in Puerto Rico, is het probleem opgelost en zijn we ingeklaard.
Om internet te krijgen moeten we 12km verderop naar de lokale internetprovider en gelukkig kunnen we meeliften met een bewoner van het eiland. Helaas blijkt dat het verkooppunt al gesloten is en lopen we naar een bank 2 km terug langs de highway om daar ook maar eens wat nodige dollars uit de muur te trekken. Vandaar liften we terug naar Sappodila bay wat betrekkelijk eenvoudig is op dit eiland. De volgende ochtend liften we opnieuw naar het 12 km verderop gelegen verkooppunt. Internet is verschrikkelijk duur zo blijkt, we kopen 10 Gb voor 94 dollar, we zullen er zuinig mee moeten om springen voor de zo noodzakelijke weerberichten. We blijven nog even hangen omdat er gratis wifi is en we zo even het nieuws en de weerberichten kunnen binnen halen. Er lijkt toch echt een weergat aan te komen over een paar dagen. Ondertussen worden we aangesproken door een Canadese meneer die ons niet veel later mee neemt naar Grace bay, het populaire toeristengebied op het eiland.
Het weergat lijkt er echt te komen. Wind uit het zuiden omdat een lage druk gebied zich noordelijk van de Turks en Caicos bevindt en langzaam Oostelijk trekt zuigt het de wind vanuit het zuiden aan. Zelfs zodanig dat er een lichte west component zit. Het is een kans. Het is niet veel wind maar alles beter dan een flinke oostelijke wind om tegen in te beuken. We gaan alvast naar de Oostkant van de Turks en Caicos, Cockburn harbour op het eiland South Caicos voor een goede uitgangspositie. We zeilen de helft over de Caicos bank en het laatste gedeelte is alweer motoren. Het water is lichtblauw omdat er maar 3 tot 4 meter staat. We ankeren vlak voor het plaatsje Cockburn Harbour. Een verroest vrachtschip ligt er weg te rotten als overblijfsel van een van de vele orkanen. Overigens zagen we onderweg heel veel wrakken in Florida als gevolg van orkaan Ian die vorig jaar daar overtrok. We discussiëren over wel of niet uitklaren. Komen we hier ooit nog terug? We vertrekken naar de kant met nog een lege container om extra diesel te halen. Op de wal is het armoe troef. Oude auto’s, vuilnis, slecht onderhouden wegen en ga zo maar door. Een foto is het helaas niet waard. We melden ons in de plaatselijke supermarkt die de customs en immigration bellen. Het kantoor is niet open omdat het zaterdag is, maar ze komen er aan is ons verzekerd. Terwijl we wachten komen er wat plaatselijke bewoners boodschappen halen. Enkele kinderen tikken ons op de arm en staan openlijk te bedelen. We kopen een broodje voor het astronomische bedrag van 10 dollar. Maar we krijgen waar voor ons geld want dankzij de conserveringsmiddelen blijft het zeker een week goed, weten we uit ervaring. Plaatselijke bewoners kunnen dit niet betalen, of betalen wij andere prijzen omdat we tourist zijn? Niet veel later worden we opgehaald door de ambtenaar die ons uitklaart. We zijn vrij om te gaan.
We bestuderen nogmaals de kaart, de weerberichten en allerlei navigatie zaken die onderweg van pas kunnen komen. We zijn ons aan het opladen voor de ‘grande finale’ van hemelsbreed 325 mijl. Wij zullen veel meer mijlen afleggen omdat we willen profiteren van zoveel mogelijk wind waarop we kunnen zeilen. Normaal gesproken zouden we er in ca 2,5 dag moeten zijn maar we verwachten nu toch wel 3,5 a 4 dagen nodig te hebben. Zondag morgen waait het flink, zo flink dat we nog een beetje dralen. Maar om 8 uur lichtten we het anker en kiezen het zeegat. Het gaat er flink tekeer maar we spurtten met ca 7 knopen naar het noorden van het eiland Grand Turk. Daar ronden we een rif waarbij de oceaan van 3,5 km diepte terug loopt naar 20 meter. Het is een flinke wasmachine zoals het zeilerslatijn zegt.
‘Ik geloof dat we het gaan halen’: zegt Jeroen wanneer we nog steeds motorend op ca 50 mijl van Puerto Rico zijn. De opluchting is van zijn gezicht te lezen. De zee is inmiddels zo vlak als een spiegeltje. Het wachten is op de wind uit het Oosten. Wanneer de zon ondergaat doemen wat vage landvlekken op en zien we lichtjes op de kant. Het laatste stuk kunnen we nog zeilend doen. ‘s Nachts om 12 uur laten we het anker vallen in Puerto Real op Puerto Rico. We legden 1870 mijl af of 3500 km sinds ons vertrek vanuit de winterhaven in Hampton Amerika. Ter vergelijk: van Midden Noorwegen naar Gibraltar in 40 dagen in een rechte lijn.