‘Bingo’, roept Jeroen van beneden waar hij zit te werken. We glijden weer over een boeitje van een kreeftenpot. Zolang we de motor niet aan hebben kan er niet veel gebeuren en wijken we er niet meer voor uit. Soms zie je ze ook gewoon te laat, maar hoor je ze tegen de onderkant van het schip bonken. Vanaf hier zullen we ze steeds minder tegen komen. Een rekensom leerde dat we nog bijna 900 mijl hebben af te leggen tot aan 2 november. In die periode van een week of 11 ruimen we nog wat tijd in voor Boston en New York en kan het zo maar zijn dat we een paar dagen verwaaid liggen. Bovendien komen de heersende winden veelal uit het zuid/zuidwesten, precies die kant die wij op moeten. Een paar dagen opkruisen zou zomaar aan de orde kunnen zijn, waardoor de 900 mijl nog wat opgerekt gaat worden. De afgelopen dagen was er niet of nauwelijks wind, de zee was soms een spiegeltje; geen hinderlijke golfslag. ‘De motor maakt overuren’ bromt Jeroen en maakt zijn ongenoegen daarover duidelijk als we de rocon weer over de gennaker hebben getrokken en al motorend verder gaan. ‘Als we er zat van zijn zoeken we wel een ankerplek’ geef ik aan, ‘maar voor nu hebben we even geen andere keus’.
‘Er uit!’ Het dekbed wordt met een ruk van me af getrokken. Met een half open oog kijk ik uit het dekluik en zie een strakblauwe hemel. Het zonlicht is te scherp voor mijn ogen en ik sluit ze dan ook maar weer snel. Ik voel rondom mijn hoofd door het open luik een luchtstroom gaan. Zou er wind staan? ‘Het waait, we gaan zeilen’, zegt Jeroen. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk en ik sta voor de verandering om 7 uur naast het bed. Snel schiet ik in de kleren en voordat ik het weet zijn we aan het werk. Anker ophalen, grootzeil hijsen, fok uitrollen en daar gaan we. Langzaam varen we vanaf onze laatste ankerplaats tussen de scherenkust van Maine op weg naar het zuiden. Ik duik naar binnen om het ontbijt klaar te maken. Ondertussen luister ik naar de omgevings geluiden. Er staan, net zoals de laatste dagen, amper golven maar heel veel wind is er niet. ‘Misschien moet de gennaker er maar op’, zegt Jeroen. Hij gijpt en ondertussen kookt bij mij de pap over, wat een kliederboel. Na mijn laatste lepel pap, Jeroen wordt bijna ongeduldig, halen we grootzeil en fok weg. Ik duik naar beneden om de gennaker onder het voorbed weg te halen en via het voorluik haakt Jeroen hem aan de val. Terug in de kuip hijs ik het zeil. Jeroen slaat de schoot aan en rolt de rocon op rondom de gennaker waardoor deze zich door de wind ontvouwt in een kleurig bol geheel. Ik ruim de kliederboel op het gasfornuis op. Jeroen maakt melding van het feit dat er voor ons een bank ligt en dus trekken we de rocon weer over de gennaker, starten de motor en motoren we een stukje verder zee op zodat de bank geen obstakel meer is. Daar aangekomen trekken we de rocon weer omhoog en zeilen we verder naar het zuiden. We glijden langs de vuurtoren van Portland. De vuurtorens branden hier dag en nacht, ik vermoed in verband met de vele mistdagen. Het gebied staat ook vol met bel- en fluitboeien. Bij een fluiboei wordt lucht door de op- en neergaande boei door een gat geperst waardoor er een soort van fluittoon ontstaat. Een soort van orgelpijp zeg maar. In dichte mist kun je zo luisteren waar je naar toe moet. Gelukkig hadden wij maar een paar dagen mist. Volgens de bewoners van Maine was het in juli uitzonderlijk mooi weer en hadden we een hittegolf met 30 graden. Ik ga Maine missen, ik zou hier kunnen wonen. Ik ben gaan houden van het glooiende landschap, de rotsen, de kruip en sluiproutes over ondieptes en doorgangen en de prachtige houten huizen, en niet te vergeten vriendelijke mensen. Ik weet niet hoe het hier in de winter en de herfst is maar ik zou het willen beleven. Het is ons niet gegeven, 2 november gaat onverbiddelijk onze vlucht naar Nederland en zullen we White Pearl hier een tijdje achter laten voor andere avonturen. ‘Bingo’, roept Jeroen van beneden waar hij zit te werken. We glijden weer over een boeitje van een kreeftenpot. Zolang we de motor niet aan hebben kan er niet veel gebeuren en wijken we er niet meer voor uit. Soms zie je ze ook gewoon te laat, maar hoor je ze tegen de onderkant van het schip bonken. Vanaf hier zullen we ze steeds minder tegen komen. Een rekensom leerde dat we nog bijna 900 mijl hebben af te leggen tot aan 2 november. In die periode van een week of 11 ruimen we nog wat tijd in voor Boston en New York en kan het zo maar zijn dat we een paar dagen verwaaid liggen. Bovendien komen de heersende winden veelal uit het zuid/zuidwesten, precies die kant die wij op moeten. Een paar dagen opkruisen zou zomaar aan de orde kunnen zijn, waardoor de 900 mijl nog wat opgerekt gaat worden. De afgelopen dagen was er niet of nauwelijks wind, de zee was soms een spiegeltje; geen hinderlijke golfslag. ‘De motor maakt overuren’ bromt Jeroen en maakt zijn ongenoegen daarover duidelijk als we de rocon weer over de gennaker hebben getrokken en al motorend verder gaan. ‘Als we er zat van zijn zoeken we wel een ankerplek’ geef ik aan, ‘maar voor nu hebben we even geen andere keus’. In Gloucester blijven we een week liggen en pakken van daar steeds de trein naar Boston. Het is een vreselijk dure stad om aan een mooring te liggen en bovendien lig je er door de vele boten die heen en weer varen en de relatief open haven naar zee niet echt rustig. Aan het spoor wordt gewerkt en zodoende leggen we de helft af per bus. We laten de omgeving aan ons voorbij glijden en zien in de verte de grote torenflats van Boston. In Bosten lopen we de trail of freedom, een route die ons langs historische plaatsen leidt waarin gevochten werd voor de vrijheid. We lopen een rondje door het Harvard complex, de prestigieuze universiteit. De populaire ducktour met een amfibievoertuig ontbreekt niet aan onze bezichtiging. Het leidt ons gedeeltelijk door de stad en gedeeltelijk door het water. Het meeste indruk maakt het holocaust monument waarin aandacht wordt gevraagd voor de concentratiekampen en de overleden Joden tijdens WOII. Is het omdat we Europees zijn dat dit ons het meeste aanspreekt? Tijdens ons verblijf in Maine schoven we aan bij de bar in de buurt van de bekende jachtbouwer Lyman en Morse. ‘Are you a member of the club too’ vraag ik aan de man die naast me zit. Onderweg naar de bar met de taxiboot stappen verschillende mannen met blauwe blazers en rode broeken in om naar de kant te gaan. Ook hij heeft een dergelijke rode broek aan maar zijn blazer zie ik niet. ‘Yes, and you are from the Dutch sailingyacht, I guess’. Mijn accent heeft me verraden. ‘I saw you passing by our boat this afternoon’. Van hem begrijp ik dat de New York yachtclub de jaarlijkse regatta in Maine gaat houden en dat hier hun openingsavond plaats vindt. Het rode is niet zomaar rood, maar wel een heel speciale kleur: Nantucket red! En hun outfit is gebaseerd op dresscode A of B. Het verschil zit hem in de das, begrijp ik later. Al gauw leer ik dat hij en zijn 3 broers alle 4 lid zijn van de NewYork yachtclub en dat ze een Nederlandse moeder hebben. Vandaar dat ze de Nederlandse driekleur herkenden van onze boot. Hij zelf heeft de oer-Hollandse naam: Gerrit! Ik vraag mij af hoe ze dat hier uitspreken in Amerika. Op internet lees ik over de New York Yachtclub. Ze hebben 2 clubgebouwen: 1 in Newport, Rhode Island en 1 hartje stad New York, jeans zijn in de clubgebouwen niet toegestaan. In New York kun je rondgeleid worden maar helaas niet in de tijd dat wij er zijn. Ik ben gefascineerd door de bijzondere gebouwen en eenmaal in Newport gaan we richting het clubhuis met de dinghy. En zeg nu zelf bijzonder is het! We vinden in Hampton een plaats om de boot achter te laten als we naar Nederland vliegen wat betekent dat we 150 mijl minder hoeven af te leggen. Dat scheelt toch ca 5 dagen motoren door de Inter Coastal Waterway. Langzaam zeilen we richting New York. We maken soms lange vaardagen tot laat op de avond, het levert mooie zonsondergangen op! Onderweg hebben we hier en daar een ontmoeting met mensen die we in Maine hebben leren kennen. Voor een nieuwe kennismaking met New York heb ik al een verlanglijstje, een aantal musea, de Edge, nog een keer de Highline lopen en het clubgebouw van de New York yachtclub bekijken.
1 Comment
Pauline
8/27/2022 04:17:44 pm
Leuk, die uitleg over de belboei. Het maakt het geluid van een kerkklok, Het verhaal over Boston, heel herkenbaar; ook wij liepen the trail of freedom. Het holocaust monument vond ik zo bijzonder en indrukwekkend Ook wij zijn op het terrein van Harvard-universiteit geweest.
Reply
Leave a Reply. |
AuthorKarin Archief
March 2023
|