Helaas zijn het niet de grote vissen maar een visnet wat zich achter de kiel of schroef heeft gezet en wat wij meeslepen. Het verklaart in ieder geval waarom de snelheid zo laag ligt en waarom we geen hoogte konden houden en steeds verder door de stroom naar het westen afdreven. Jeroen staat al kaar in zijn adamskostuum om het klusje te gaan klaren. Ik houd hem nog even tegen om wat veiligheidszaken te bespreken en hoe we deze klus gaan klaren. We gaan bijliggen, een techniek waarbij alle zeilen op de boot blijven staan maar de boot niet meer door de wind wordt aangedreven. Het is een vrij makkelijke manoeuvre waarbij je door de wind gaat en de fok bak laat staan. Het grootzeil wordt getrimd naar halve wind. Je wordt hooguit nog door de stroom meegenomen maar Jeroen die het water in gaat wordt dat ook. Ik prijs me rijk met alle opleidingen en speciaal die opleiding bij de RYA waarbij deze techniek in verband met het oppikken van een drenkeling tot vervelends toe werd geoefend. Niet veel later ligt de boot stil en terwijl Jeroen zwemvliezen en duikbril op gaat zetten, zien we het visnet langzaam loskomen van de boot en een lange lijn sleept zich bij onze boot vandaan. Dat was snel opgelost. Bijna jammer dat er niet meer spektakel was deze tocht.
We zijn vertrokken vanuit Bonaire naar de Dominicaanse republiek. Het zou geen makkelijk tochtje worden want voor het eerst sinds lange tijd moeten we aan de wind zeilen. We hebben er beide niet zo veel zin in, maar laden ons desondanks op om 3 - 4 dagen tegen de wind in te hakken. Eventueel hebben we nog plan B waarbij we voor de wind naar Aruba zouden kunnen zeilen. Het sluitstuk van de tocht naar de DR is de ‘Mona’ passage tussen de Dominicaanse Republiek en Puerto Rico in, genoemd naar het eilandje Mona wat er precies midden tussenin ligt. Het zou de moeilijkste passage in het Caraïbisch gebied moeten zijn. Ik probeer te weten te komen wat er zo moeilijk aan is en lees enkele bloggen van mn Amerikanen die deze passage van Noord naar Zuid hebben gemaakt. Het liefst doen ze dat zonder wind. Nu maken Amerikanen de zaken wel vaker wat groter dan de werkelijkheid maar het is een passage waarop je beducht moet zijn. Zowel aan de Noord- als aan de Zuidkant loopt de zeebodem hier heel snel op waardoor het ‘Biskaje’ effect ontstaat. Het gevolg: vervelende golfslag en de zee gedraagt zich in zo’n gebied onvoorspelbaar, waardoor zelfs gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Voor ons is het nog moeilijker omdat deze passage de eindsprint in luidt en we een inschatting moeten maken met de weersvoorspellingen van 4 dagen oud. Voor de zekerheid hebben we ook aan de zuidkant enkele havens geselecteerd waar we zonodig kunnen aanlopen om dan later de passage te doen.
We vertrekken van Bonaire met nog twee uurtjes zeilen in de golfluwte van Bonaire. Daarna begint het ‘feestje’ pas. De golven zijn tussen de 2 en 3 meter en het maakt het leven aan boord oncomfortabel. Alles kost extra energie. Zelfs een tocht naar de wc kent zo zijn moeilijkheden. Jeroen leest veel maar dat is voor mij onmogelijk omdat ik dan zeeziek wordt. Ik heb fijn een tabletje cinnazerine genomen tegen zeeziekte en slaap op het achterdek veel. Plotsklaps hoor ik een geluidje ergens achterop de boot. Jeroen zegt: ‘daar gaat onze opblaasbare joon’. Het plastic van de houder is verweerd waardoor de joon zich los heeft gemaakt van de houder. We verwachten dat deze zichzelf nu opblaast en blijven verwachtingsvol naar de zee achter de boot staan kijken. Niets, helemaal niets gebeurt er. Langzamerhand dringt de werkelijkheid door. Het zouttablet waardoor de joon zou moeten gaan opblazen is waarschijnlijk niet meer werkzaam. Het wijst ons weer eens met de neus op de feiten dat we misschien onze veiligheidsmiddelen aan boord iets meer moeten gaan controleren.
Niet veel later schrik ik op door een aanzwellend geluid richting ons boot. Een snelle rib misschien? Maar nee het is een vliegtuig van de Nederlandse marechaussee die op zo’n 50 meter boven zee niveau even een kijkje komt nemen. Natuurlijk ben ik weer veel te laat met het fototoestel, dus weer niet vastgelegd. Ik zwaai maar even vriendelijk terug: nee hoor, we zijn geen drugsboot, gewoon twee oude luitjes die naar elders zeilen. En binnen no time zijn ze weer aan de horizon verdwenen.
Op dag drie krijg ik een beetje euforie gevoel, nog maar 1 nachtje zeilen en dan zijn we er; het einde is in zicht. Langzaam komen we in de buurt van de mona passage. Eerst valt de wind zo goed als weg door de windluwte die Puerto Rico veroorzaakt. Twee uur later zwelt de wind weer aan. Langzaam maar zeker valt de duisternis over ons heen. De maan die nog enigszins kan bijlichten laat nog een paar uurtjes op zich wachten. We zetten nog gauw twee riffen in het grootzeil en dan is het gaan met de White Pearl. Ik zie in de donkere nacht de rollers voorbij komen. Een slaat kapot tegen de boeg, en komt door naar de Kuip. In een seconde ben ik doorweekt. Het water drupt nog in mijn zeilschoenen na. Jeroen gaat nog even liggen maar kan de slaap niet vatten en komt maar weer in de kuip zitten. De wind zet nog wat verder aan en wij komen langzamerhand in de buurt van de kust van de Dominicaanse Republiek. Helaas draait de wind ook verder naar de niet door ons gewenste richting: Noord-Oost! Dat wordt misschien nog wel laveren!
De fok gaat ook op het Tweede rif. We gaan weer iets minder schuin. Met 8 knp scheuren we door de Mona passage. 28 knp wind (6-7 BFT schijnbaar, wel eerlijk blijven Karin) verschijnt op het metertje. Het zijn de golven die het oncomfortabel maken.
Ik herinner me de woorden op de kaartplotter: ‘tide rips and heavy swells may be encountered at any time along the edge of this bank’. Wat kunnen we nog verwachten? Als we de vaste wal naderen gaan we overstag. Stroom en wind zetten ons terug. We maken een scherpe hoek door onze overstagmanoevre: een zaagtand, zoals wij die noemen. Dit schiet niet op! We besluiten om weer overstag te gaan en om hoogte te houden de motor aan te zetten en de fok compleet weg te rollen. En zo ronden we de Noord-Oost punt van de DR. Ik lig inmiddels in bed met mijn hoofd naast het motorcompartiment en hoor de boot rake klappen maken. Eenmaal de hoek om kunnen we ruimer varen en wordt de situatie aan boord weer dragelijk. Ik heb tijdens mijn latere nachtwacht zelfs de tijd om de afwas te doen. Langzaam varen we de Samana baai in, waar jaarlijks talloze bultrugwalvissen samen komen om te paren. De zacht verwarmende ochtendzon brengt ons goede humeur terug. We genieten van de omgeving, zeilende schepen, bergen op de achtergrond, het rustiger worden van het water en dan zie ik ineens datgene waarvoor we hier naar toe zijn gegaan: een Walvis die op grote afstand uit het water springt! Te ver weg om op de foto te zetten. Niet veel later zie ik een tweede en dan nog een derde. Ons feestje is begonnen!