Zee, golven, rotsen, groene bergruggen en wolkenmassa's vormen samen het toneel van de Noord-Spaanse kust waarlangs wij varen.
6 Comments
Kun je je voorstellen dat je bijna 6 uur in een achtbaan hebt gezeten? Daar leek het vandaag op.
Het anker valt en dan liggen we in Txingudi baai. De baai is toegankelijk via een smalle doorgang en daardoor heel beschut.
Het is stil in de boot. We verschuilen ons beide achter een iPad en scrollen door de weerberichten, Facebook en het laatste nieuws.
Ik moet hier terugkomen, op een dag met kladden Cycladische zon. En dan heel lang op dit dorpspleintje zitten en zonder scrupules met de tijd morsen.
Het is zes uur en ik doe een oog open. Ik zie nog net het laatste grauw van de nacht verdwijnen en de eerste lichtstralen die het bleke blauw van de lucht doen oplichten.
We zwaaien Jan en Yvonne uit, met hun heerlijke eigenzinnige, maar vooral vreselijk lieve hond Basil. Zij gaan richting noord en wij vervolgen onze weg naar het zuiden. We lopen nog een rondje door Port Louis, doen wat boodschappen en keren dan terug naar de haven.
Wat moet ik schrijven in dit blog. Op dit moment overkomt ons even niets spannends maar zijn we even uiterst lui. We liggen geankerd op de Glenan-archipel met stralend mooi weer. Vanmorgen ontbijt op het achterdek en de korte broek is aan. We zijn op expeditie geweest met de bijboot in dit natuurreservaat van 12 eilanden. We liggen pal voor en smalle landtong die twee eilanden met elkaar verbindt tot ongeveer een uur voor hoog water en dan wordt ook deze zandstrook overspoeld met water. Leuk detail: deze archipel is de thuisbasis voor de Glenan zeilschool met zeiltraining op alle niveaus. In het binnenbaaitje zeilen in de middag een aantal felgekleurde zeiltjes. We brengen een bezoek aan het eiland waarop we activiteit van hen bespeuren. Ze vertellen ons dat in de zomermaanden er elke dag ongeveer 250 kinderen gehuisvest zijn. Naast talloze catamarans, zeilbootjes, surfplanken hebben ze aan de vaste wal in Concarneau ongeveer 30 kajuitzeiljachten van 33 tot 40 voet. In elke haven en baai kom je ze tegen met een brede rode streep horizontaal in het zeil. Onze vaarwijzer van de golf van Biskaje schrijft: Een rondje over het grootste eiland doe je in een half uur als je stevig doorloopt, maar waarom zou je? Dit is een plek voor ultieme onthaasting. Daar zijn we dan ook mee bezig. Jeroen heeft de waterlijn een beetje gepoetst en is via sms te rade gegaan bij Mario over de WiFi verbinding. Ja, wat kun je anders doen na een reeks smsjes met Mario dan een sigaar opsteken? Ik heb een serie foto's uitgezocht die ik plaats op de foto-blog pagina als ik een goeie WiFi verbinding heb. Verder ga ik eens uitzoeken waar we hierna naar toe gaan. Een vervelend detail: de havenmeester, die ze hier hebben, komt 's morgens om half negen langs om het havengeld te innen. 's Avonds is de ankerplaats volgestroomd met allerlei Franse jachten, die hun weekend hier door komen brengen. Allemaal jachten die liggen te wiebelen op de lichte deining die er staat. Voor ons ligt een boot die ruzie heeft met de meeuwen, ze deinen ook op het water en schreeuwen zo af en toe. De mensen aan boord zingen liederen, de kelen zijn flink gesmeerd en veel beter dan het schreeuwen van de meeuwen klinkt het niet. Achter ons ligt iets verderop een jacht waarop iemand een accordeon bespeelt, er klinkt vrolijkheid in de liederen die daar worden gespeeld. Het geluid van een motor van een bijbootje zaagt dwars door dit tafereel heen. Een ander bijbootje peddelt met wel 4 volwassenen tussen de jachten door, het water staat tot boven de helft van de opgeblazen zijkanten. Heerlijke Franse chaos heerst hier. Langzaam zakt de zon achter het eiland in de verte. Ik ben een tevreden mens, het was een perfecte dag.
We vertrekken weer om 6 uur. De weersvoorspellingen zijn gunstig, de stroom staat een beetje tegen en helaas waait de wind nog een beetje uit de verkeerde hoek.
Het lijkt inmiddels een eeuwigheid geleden dat we uit Makkum weg voeren. Havens die we nog maar een paar dagen geleden aandeden lijken al weer weken geleden.
Na een lange overtocht van Noord-Frankrijk zijn we aangekomen op Guernsey. Hebben daar een paar dagen gelegen, het was regenachtig en
1 mei, eindelijk in een verwarmend zonnetje in Middelburg. Het voelt een beetje als thuis. We lagen hier al vaker,
Langzaam glijdt de boot uit de box, maken we een bocht en passeren we bekende boten op weg naar de uitgang van Marina Makkum.
De bimini staat er op. Als blijde kinderen zien we een geraamte op de boot veranderen in een zonnescherm wat ons moet beschermen tegen de felle zon in de Zuidelijke gebieden.
Ik zit achter mijn bureau en kijk naar buiten. Grijs, motregen, vallende gele en rode bladeren, bloeiende heide, prachtige pluimen, kortom herfst. Mijn gedachten gaan naar een jaar later….. Waar zijn we dan, een idyllisch haventje in Zuid-Portugal of misschien al in de Middellandse Zee? Daar is het momenteel nog zonnig en zo’n 20 graden. Voorlopig is de realiteit anders. Nog 365 nachten slapen en dan is het zover. 'Voor onbepaalde tijd, met onbepaalde bestemming' leg ik vaak uit! Op 1 april 2016 hijsen we de zeilen en vertrekken we. Verlaten het leven zoals we dat tot dusver leefden en gaan op zoek naar nieuwe uitdagingen en avonturen. Niet dat ons huidige leven niet bevalt maar we denken dat deze wereld ons nog meer te bieden heeft. En.... Deze cursusweek had ik een stel jonge honden aan boord. Twee van hen waren eerder zeilinstructeur geweest bij YMCA-zeilkampen voor jongeren. Uit hun verhalen en anekdotes kon ik wel begrijpen dat dergelijke kampen een iets andere lading hadden dan de cursusweek die voor hen lag. Ondanks dat ik met jonge honden te maken had wilden ze ook wel een beetje vakantie, luieren, uitslapen, lekker eten ed. De mannelijke hormonen begonnen pas op te spelen toen ik ze een wedstrijdje liet doen met een ander zeiljacht. Na een avondtocht vanaf Texel hadden we ’s avonds de boot afgemeerd aan de kop van de steiger in Den Helder. ‘s Ochtends bleek dat we de boot zo hadden afgemeerd dat een andere boot slechts weg kon door een bepaalde motormanoeuvre. Mijn cursisten zaten binnen de tocht naar Den Oever voor te bereiden en ondertussen hoorden we regelmatig motorgeluiden van vertrekkende boten. Niets om je zorgen over te maken maar ik stak toch eens even mijn hoofd door het luik naar buiten om te kijken wat er allemaal gebeurde. Ik zag dat de boot die wij hadden ingesloten bezig was met hun motormanoeuvre. Al het rubber hing voorop de boeg, vrouwlief ging de discussie met haar man aan hoe ze weg wilde varen, manlief stond aan het roer en hield een achtertros angstvallig strak vast. Ik zag dat ze de landvast waarvan ze gebruik wilden maken niet goed hadden staan. De oplossing was zo simpel. Ik kon het dan ook niet laten en zei: ‘mag ik een tip geven’, en begon ongevraagd uit te leggen wat ze anders moesten doen om bij de steiger weg te komen. De man bleef angstvallig met zijn rug naar mij toe staan. Vrouwlief snapte de manoeuvre maar door zijn brede rug begreep ik dat hij er niets van wilde weten. Nog een keer probeerden ze het zonder iets te veranderen aan de uitgangspositie. Er kwam dan ook geen beweging in de boot. Ik zei: ‘Ik wil niet stoken, maar’….Oeps vanuit onze boot ontsteeg een ingehouden gejoel…. Ik kon mijn tong wel afbijten. Om hun uitzicht te geven op een oplossing zei ik tegen hen: ‘wij gaan met een kwartiertje, twintig minuten weg’. Het echtpaar lag toevallig tijdens het schutten ook in de sluis van Den Oever. Zij voorop het dek met de landvast losjes in de hand. Hij achterop, de rug naar ons toegekeerd, de landvast zo strak als mogelijk in de hand. Ik mompelde tegen mijn cursisten: “Ik wil niet stoken…. Maar zou het mes wel klaar liggen om de touwen door te snijden? Binnen werd ik door mijn cursisten eens flink door de mangel gehaald. Ze hadden helemaal gelijk. Even later gooiden wij de trossen los en zagen, terwijl wij de zeilen aan het hijsen waren, het echtpaar van de steiger los komen, een rolfokje uitrollen en zo onderweg gaan naar Den Oever. Wij gingen met vol tuig achter hen aan en waren hen in een mum van tijd voorbij. In het voorbijgaan riepen mijn cursisten mij toe: ‘Wij willen niet stoken’… Ik heb het gehaald! Samen met nog 3 andere aspirant-instructeurs kreeg ik een week instructie en sloot het af met een examen. De dagen begonnen zo rond 8 uur ’s morgens en eindigden veelal pas met een evaluatie rond middernacht. Aan het eind van de week was ik vermoeid, zodat ik eigenlijk niet zo kon genieten van het moment dat mij werd meegedeeld dat ik geslaagd was. Na een lange nacht slaap werd ik ’s morgens gebeld door één van de instructeurs die mij feliciteerde met de mededeling: “Welkom bij de club.” Pas toen drong tot mij door dat ik een stap verder was en kon ik genieten. Tijdens deze week kwamen verschillende instructeurs ons les geven, halverwege de week kwam Jan Cees aan boord. Zijn roem was hem al vooruit gesneld: Hij was gedreven, erg gedreven. Hij introduceerde zichzelf met de boodschap dat hij uitdrukkelijk opdracht had gekregen om voorzichtig en rustig met ons om te springen. Jan Cees is expert op alles wat met zeilen te maken heeft, net zoals de andere instructeurs, maar Jan Cees zou het liefst al zijn kennis binnen een dag overdragen. Zo af en toe kreeg ik zoveel informatie te verwerken dat ik het even niet meer bevatte. Jan Cees zoekt graag de grenzen op en stuurt zijn cursisten dan ook geregeld een zandbank op om te oefenen hoe ze dan weer los kunnen komen. Of laat hij een passage over een ondiepte er zo op aan komen dat die alleen gepasseerd kan worden met noodmaatregelen zoals de boot zoveel mogelijk te laten hellen. Een van mijn mede aspirant instructeurs opperde ’s avonds tijdens een evaluatie dat Jan Cees zijn cursisten waarschijnlijk ook nog in het bootmansstoeltje naar boven liet hijsen zodat met een beetje goede wil de boot nog verder kon hellen. Het drong eerst niet zo tot mij door, ik was een beetje murw. Zo’n 10 minuten later begon een soort filmpje in mijn hoofd te draaien: Jan Cees die zegt: “Kom op, naar boven, we moeten loskomen van deze bank! NU, in het stoeltje!” Het bezorgde me de slappe lach, het filmpje was niet meer te stuitten. Zelfs toen ik in mijn bed lag bleven de lachstuipen komen. Enkele dagen daarna begon ons examen. We hadden zelf een tocht uitgezet van Harlingen naar Vlieland en vandaar een avond/nachttocht naar Terschelling. Een paar uurtjes slaap en dan met het tij mee weer naar Harlingen. In de namiddag hadden we onder de kust van Vlieland laten zien dat we konden ankeren. Daarna liepen we de haven van Vlieland aan om te laten zien wat we aan motormanoeuvres in huis hadden. Ik mocht de boot in mijn eentje aanleggen aan hogerwal wat mij wonderwel goed lukte. Daarna gingen we richting Terschelling de nacht in. Onderweg kookten we snel een lekkere pastahap en nam ik de navigatie voor mijn rekening. Terwijl de anderen hun warme hap naar binnen werkten was ik druk bezig met de navigatie. Uitzetten van koersen, peilen van lichten en herkennen van lichtkarakters. Zo rond de klok van 21.30 droeg ik navigatie over aan een van de anderen en was het mijn beurt om eens te gaan genieten van mijn pasta. Zover kwam het niet want de stuurman riep plotsklaps: “Man over Boord!!!!” Ik snelde naar buiten en kreeg de opdracht om in het gangboord te gaan liggen en de drenkeling uit het water te halen door mij tussen het dek en de zeerailing door te wurmen en half buiten de boot te gaan hangen. Onze drenkeling was een boeilichtje dat op het water dreef. Nu was ik de kleinste persoon aan boord dus moest ik vervaarlijk ver uit de boot gaan hangen. Ik ging niet bij dat lichtje komen! Intussen was Jan Cees bij mij gekomen en hield mij stevig vast aan mijn reddingsvest. Ik zei: “Jan Cees ik ben te klein, ik kom niet bij dat lichtje. Jawel, zei Jan Cees je moet verder naar buiten. Hoe lang ben je?” “1.68 meter” zei ik verbouwereerd. “Dan is je spanwijdte ook 1.68 en het vrijboord van deze boot is dat niet, dus je moet er bij kunnen”, zei Jan Cees. Ik schurkte nog wat verder over de rand en hing nog slechts aan één been en één arm in het pikkedonker en zag het water onder mij voorbij glijden. Zo af en toe gleed mijn arm een stuk door het water. Daar kwam het lichtje, ik deed een haal en …..hebbes. Ik kroop weer terug onder de zeerailing en dacht aan mijn bordje pasta. Niet voor lang helaas……Man over Boord!!!!! Binnenkort start mijn opleiding bij de Zeezeilers van Marken, ik word Zeezeilinstructeur! Vandaag kreeg ik het programma gemaild. Er staat nog al wat op stapel: Didactiek weekenden, Klusweekenden, Zeilreizen, EHBO, Dieseltechniek…. Het begon allemaal met een mailtje van Rob Bonte waarin ik gevraagd werd of ik geïnteresseerd was in een instructeurtraject bij zijn organisatie. Ik maak me geen illusie, hij heeft waarschijnlijk zijn bestanden gescreend en die mensen gemaild die op een bepaald niveau een cursus bij de Zeezeilers van Marken hebben gedaan. Zelf heb ik bij dit instituut ooit een weekendcursus Theoretische Kustnavigatie gedaan, vandaar… Het mailtje kwam, zoals dat vaak gebeurt, op een moment dat ik zat te puzzelen hoe ga ik verder met professionalisering van mijn zeilactiviteiten. Nu heb ik bij een andere cursus geleerd dat er dan godinnen zijn die je kunt aanroepen. Dit keer waren ze mij voor geweest en kwamen met deze boodschap. Na wikken en wegen en overleg met wat dierbaren besloot ik te reageren. Er werd wat heen en weer gemaild en daarna kwam de vraag: Ga je in december een dag met ons mee zeilen? Shit!! was de eerste uitdrukking die er zo maar spontaan uit kwam! Plotsklaps streken er allerlei vlinders in mijn buik neer! Een zeemansknoop in mijn maag! Oeps, de realiteit drong zich op. Uiteraard zei ik volmondig ja! Ik laat me toch niet kennen! Het was in december redelijk vaak stormachtig maar uiteindelijk was het 10 december raak. Vooraf had ik me goed voorbereid en allerlei boeken nog maar eens bestudeerd. Ik voel mij graag zeker! In de auto naar Harlingen stond ik nog meerdere keren op het punt om weer terug te gaan maar de godinnen begeleiden mij ook deze dag en zo ging ik ten onder in de Zilte, Zoute Wereld van het Wad samen met de Zeezeilers. Ik werd gewogen en blijkbaar zwaar genoeg bevonden: Ze wilden graag met me verder! In januari haalde ik daarom nog gauw het GMDSS certificaat voor een volledig Marcom B. Het Thermo-ondergoed is aangeschaft voor de zeiltochten nog in de wintermaanden. En ik…ik laad mij mentaal op. Dit Zeilmeisje staat aan de vooravond van haar opleiding tot Zeezeilinstructeur. Een spannende en drukke tijd breekt aan. It Giet Oan!
Mocht je informatie willen hebben over de Zeezeilers en hun mogelijkheden: www.zeezeilers.nl IS ZEILEN NOG ECHT WAT HET IS - OF - IS HET EERDER EEN HI-TECH CHALLENGE... is de beginzin van een discussie opgestart door Luc in de Linkedzeilen-groep. Luc zeilt zelf nog graag ouderwets, of misschien moet ik zeggen authentiek, en moet niets hebben van allerlei moderniteiten, is volgens mij zijn boodschap. Ik vroeg mij af of Luc op weg naar zijn zakenrelaties ook nog steeds zijn weg vindt via een papieren wegenkaart en een lijstje met wegnummers, of zou Luc inmiddels een auto met TomTom hebben? Verder veronderstel ik dat Luc ook handsfree belt vanuit zijn auto, iets wat ik 20 jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden. Eigenlijk reageerde er niemand. Ikzelf stond te popelen om er iets over te zeggen enerzijds ivm met onze ontmoetingen in de afgelopen vakantietijd, anderzijds ivm met onze plannen voor de toekomst. Tijdens onze vakantie in Noorwegen ontmoeten wij Ada en Akko met hun schip White Haze. Zij zeilden met hun schip ca. 6 jaar (20 03-2009) rond de wereld en vertaalden hun omzwervingen in een boek: De wind liet ons de wereld zien. Het duo intrigeerde ons en onze mede-zeilers, niet in de laatste plaats omdat wij zelf plannen hebben om rond de wereld te zeilen. We nodigden hun dan ook uit voor een borrel op het achterdek van het schip van onze vrienden, om naar hun verhalen te luisteren. Ada kan leuk vertellen en schrijven en neemt zo af en toe geen blad voor de mond. Zo liet Ada zich ontvallen dat zij op plaatsen waren geweest waar boten met ophaalbare kielen het allang af hadden laten weten; een ophaalbare kiel had je niet nodig! Ze realiseerde zich vast niet dat ze op dat moment op een gloednieuwe Breehorn 48 zat, met liftkiel! Verder vond zij dat je geen koelkast nodig had. Zij stopten alles onder de vloer en daar was het koud genoeg. Mijn man en ik keken elkaar eens aan en dachten beide: Ons koude witte wijntje? Overigens zo lees ik later in het boek, zijn ook Ada en Akko blij als iemand er voor zorgt dat ze gribfiles kunnen ontvangen en zodoende voor 5 dagen een weerbericht hebben. Vanaf Nederland tot aan Zuid-Amerika hadden ze het zonder weerbericht gedaan. Een paar weken geleden bezochten wij de Hiswa te water in IJmuiden. We gingen er vooral heen om ons te laten informeren over allerlei zaken voor een wereldreis. Er werd een lezing gegeven door Hans-Elias de Bree over zijn eerste oceaanoversteek. Ook hij schreef een boek: 400 Maandagen. Hans was een bevlogen verteller en zijn verhaal met humor doorspekt. Zijn boodschap was: houd het simpel want alles gaat stuk, bovendien heb je onderweg tijd genoeg om zaken te repareren of aan te schaffen. Een watermaker? Niet nodig! Onderweg vlak voor een tropische bui zeep je je in en de regen is een warme douche. Verder kun je het water opvangen en als drinkwater gebruiken. Een wasmachine? Je hebt niet veel kleding aan en wat vies is laat je weken in zout water. Daarna knijper je het aan de railing en een bui spoelt het vanzelf schoon! Veel van onze denkbeeldige problemen werden naar de prullenbak verwezen, het grootste probleem was: VERTREKKEN! Ook Hans had geen koelkast aan boord. Maar, zo vroegen wij hem naderhand, hoe doe je dat dan als je een koud wit wijntje wil? Niet, was zijn antwoord. Dan kies ik wel voor rode wijn! Mmmmmm……we doen wel concessies maar niet aan onze koelkast! Zou Luc ook een koelkast aan boord hebben? Het is nog ruig in het Stortemelk bij Vlieland op de zondagmorgen dat we richting Noorwegen vertrekken. De specialisten op het gebied van weer voorspellen ons een rustige overtocht. Het duurt dan ook niet lang of de wind valt weg en de motor moet aan om de gang er in te houden. Met ca. 300 mijl te gaan geen prettig vooruitzicht. Onderweg hebben we een spiegelgladde zee, de nachten zijn fluorescerend groen van de algen. Naarmate we verder van Nederland komen wordt de scheepvaart minder en zien we ’s nachts minder lichten. Na bijna 2 etmalen op de motor te hebben gevaren steekt de wind op en hijsen we de zeilen. We bereiken Mandal,het zuidelijkste puntje van Noorwegen, na 60 uur varen. Het land van de ruige kusten met rotsen, fjorden en niet te vergeten Trollen. De vakantie is begonnen. Van hieruit hoppen we langs de Zuid-Oostelijke Noorse kust: de regio Sørlandet. We leggen aan in de Olavssund, op Flekkeroya, varen door de Blindleia naar Lillesand, Grimstad, door de Oksefjord naar Tvedestrand en dan naar Risør waar het jaarlijkse houten-boten-zeilfestival plaats vindt. De kust is ruig, veelal begroeid en de kenmerkende rode huisjes lieflijk. De doorvaarten tussen de rotsen zijn soms smal en ondiep maar vuurtorens, lichtbakens, boeien en staken soms in de vorm van handjes wijzen de weg. Vanuit Risør steken we over naar het plaatsje Fjällbacka aan de Noord-Zweedse kust een tocht van ca. 65 mijl. Aanvankelijk is er weinig wind maar halverwege steekt die op naar een 5 a 6 BFT, de golven zijn hoog. Het verschil in kust is opmerkelijk, de harde westenwinden laten nakende rotsen achter in Zweden, waartussen het rustig zeilen is. Het is hier volop vakantie en veel drukker dan in Noorwegen. Helaas lopen we op een rots als we de tocht vanuit Fjälbacka naar het Zuiden vervolgen en maak ik een flinke smak. In het sjukhus in Uddevalla wordt geconstateerd dat ik een gebroken ruggenwervel heb. Ook de boot loopt schade op hoewel die aan de buitenkant nauwelijks zichtbaar is. Volgens de werf, waarbij de boot gelift wordt, is het verantwoord om verder te varen en zodoende varen we langzaam naar het Zuiden. Ik veelal liggend op een bedje in de kuip of bij slecht weer binnen. Het vertrouwen in White Pearl en in onze eigen vaardigheden komt langzaam weer terug. We hebben goede wind en kunnen dagelijks tochten maken van ca. 60 mijl zonder al te veel golven. Neptunus is ons blijkbaar genadig. Zelfs het geplande bezoek aan Göteborg gaat door. Uiteindelijk steken we zuidelijk in Zweden over naar Denemarken en via een aantal pleisterplaatsen bereiken we het Kieler kanaal. Nog één beproeving wacht ons: de Duitse Bocht, aan het eind van de middag verlaten we het Kieler kanaal. In het begin nog stroom tegen maar uiteindelijk spuiten we met een maximale snelheid van 11,7 knopen boven de Duitse Wadden richting Nederland. In de buurt van Borkum trekt de wind aan naar boven de 30 knopen en besluiten we alsnog eerst Borkum aan te lopen. De volgende dag varen we naar Delfzijl en binnendoor via Groningen, Leeuwarden naar Makkum. Totaal hebben we 1150 mijl gevaren. De schade aan de boot wordt gerepareerd. Helaas zit ons vaarseizoen er op. Inmiddels broeden we al weer op nieuwe plannen voor de komende jaren. Wordt het een Nordic Round, zoals we graag willen, of gaan we naar de Oostzee of toch nog zuid naar de Kanaaleilanden?
De plannen voor de zomerse zeilreis met White Pearl zijn een Noordelijk rondje: rechtstreeks naar het zuidelijkste puntje in Noorwegen en vandaar Oostwaarts scharrelen tussen de Noorse Scheren. Over de Oslofjord zeilend naar de Zweedse scheren en dan via een aantal Deense pleisterplaatsen, door het Kieler kanaal weer terug naar de Noordzee. Boven de Duitse Wadden langs weer terug naar ons ‘eigen’ Wad. Op het onderstaande kaartje onze globale tocht. White Pearl is er klaar voor en wij ook. Het weerbericht wordt nauwlettend in de gaten gehouden, wat doen de hoge en lage drukgebieden en vooral uit welke hoek waait de wind en hoeveel knopen? Nog een aantal werkdagen te gaan en dan is het zover. Als weer en wind niet mee zit zoeken we naar alternatieven. Via Twitter: whitepearlsails, kun je onze afgelegde Tracks volgen, en weet je waar White Pearl ongeveer is. Noorwegen, wij komen er aan! Bij de voorbereidingen van een zeilreis hoort dat je zorgt voor kaarten van het te bezeilen gebied. Ik houd er van om kaarten met eigen ogen te zien, en mijn zintuigen er door te laten prikkelen. Wij zijn daarom onlangs naar Datema in Amsterdam geweest, de winkel waar je waterkaarten, pilots en almanakken van heel de wereld kunt kopen. De winkel ademt de sfeer van nautiek. In een verlaagd gedeelte staan enorme tafels waarop kaarten uitgelegd kunnen worden en je waant je in de navigatieruimte van een VOC-schip. Wij liepen rond om te kijken of we wat van onze gading konden vinden. Al snel kwam er een mevrouw op ons af die vroeg: “kan ik u helpen?” De intonatie van de vraag impliceerde tegelijkertijd het antwoord. Uiteraard kon zij ons helpen. Zij was hier de expert! Enigszins schuchter antwoordde ik dat we op zoek waren naar overzeilkaarten naar Noorwegen en dachten aan kaart nummer…… “ u heeft uw huiswerk gedaan!” was haar repliek en zij toverde uit diverse schappen de kaarten die ik haar had genoemd. Ondertussen vertelden wij dat we ook een verlanglijstje van vrienden in de vorm van een sms-je hadden meegenomen en dat we graag ook hun kaarten wilden zien zodat we enigszins konden vergelijken. Dat was volgens haar geen goed idee, het zou het alleen maar verwarrender maken vond zij. Eerst wij en dan het ander verlanglijstje. Veel tegenspraak was niet mogelijk het gebeurde zoals zij het had bedacht. Wij bogen ons over de kaarten en discussieerden over de verschillende mogelijkheden. Zodra één van ons iets te berde bracht over de ene of de andere kaart kwam zij snel tussenbeide: “mag ik even…..” Vervolgens wist ze met nauwgezette argumenten ons op het juiste spoor te zetten. Toen wij nagenoeg alles hadden uitgezocht vroeg ze naar het verlanglijstje van onze vrienden, zodat zij alvast met hun verlangens kon starten. Zo liep ze door de winkel met onze telefoon in de hand het sms-je lezend. Het wensenlijstje van onze vrienden bevatte een aantal kaarten die inmiddels door andere kaartnummers waren vervangen. Het leek ons beter even te overleggen en dus namen we telefonisch contact op waarna we haar onze telefoon gaven zodat er rechtstreeks contact tussen haar en onze vrienden was. Het leek ons beter niet als intermediair te gaan fungeren. Een levendig, opgewonden ja een soms haast wat geïrriteerd gesprek volgde. Onze vrienden werden overtuigd van haar gelijk en gaven zich gewonnen. Toen ik vroeg of onze vrienden eventueel de kaarten nog konden ruilen was het antwoord dat ze daar geen voorstander van was. Per slot van rekening hadden wij de moeite genomen om zelf onze kaarten te gaan bekijken dan hadden onze vrienden dat ook maar moeten doen. We verlieten de zaak met 2 tassen vol met kaarten en boeken. Norge or vi kommer! Afgelopen maandag was het Linkedin Zeildag. Een aantal mensen die ik had uitgenodigd om te connecten reageerden op een bijzondere manier. Daarom heb ik hen uitgenodigd om mee te gaan zeilen. Het was een beetje snel ingepland waardoor veel mensen op deze perfecte zeildag niet mee konden. Zij zaten waarschijnlijk achter hun bureau of in hun auto te puffen denkend aan Water, Wind en White Pearl. Tsjerk Jelgerhuis, Robert de Moed en Jeroen Brokke gingen mee en hadden het niet beter kunnen treffen. Ca. 28 graden, windkrachtje 4, strakblauwe lucht, witte zeiltjes aan de horizon en ankeren naast een zandbank met zeehonden. Bekijk de foto’s en geniet mee! |
AuthorKarin Archief
March 2023
|