
Onderweg hebben we een spiegelgladde zee, de nachten zijn fluorescerend groen van de algen. Naarmate we verder van Nederland komen wordt de scheepvaart minder en zien we ’s nachts minder lichten. Na bijna 2 etmalen op de motor te hebben gevaren steekt de wind op en hijsen we de zeilen. We bereiken Mandal,het zuidelijkste puntje van Noorwegen, na 60 uur varen. Het land van de ruige kusten met rotsen, fjorden en niet te vergeten Trollen. De vakantie is begonnen.


Vanuit Risør steken we over naar het plaatsje Fjällbacka aan de Noord-Zweedse kust een tocht van ca. 65 mijl. Aanvankelijk is er weinig wind maar halverwege steekt die op naar een 5 a 6 BFT, de golven zijn hoog. Het verschil in kust is opmerkelijk, de harde westenwinden laten nakende rotsen achter in Zweden, waartussen het rustig zeilen is. Het is hier volop vakantie en veel drukker dan in Noorwegen.

