Van bovenaf heb je ook een mooi gezicht over de baai van Napels, waar we de volgende dag heen gaan met de trein. We doen er een hop on hop off bustour om een indruk van de stad te krijgen maar zijn niet onder de indruk.
We ankeren aan de Noord-Oost kant van het eiland, bij het plaatsje San Vincenzo, er leven ca. 700 inwoners. Vanuit deze hoek is de krater niet zichtbaar, maar een wandeling van een paar kilometer geeft ons uitzicht op de krater. We zien regelmatig uitbarstingen waarbij donkere rook en stenen de lucht in worden geschoten. Ook horen we het gerommel en de neerploffende stenen. Het intrigeert ons en we houden het schouwspel nauwlettend in de gaten. Op de terugweg bekijken we het lieflijke plaatsje waar alles in het teken staat van deze vulkaan.
In overleg met onze Nederlandse bootburen Jeroen en Anneke van de Dutchess lichten we hun anker tegen schemering en varen naar de kant van waar goed zicht hebben op de krater. Samen met nog een tiental andere boten dobberen we aan de voet van de Stromboli en aanschouwen het spel van deze vulkaan. Windstil is het, de zee spiegelglad, een kraakheldere inktzwarte lucht waaraan een sterrenfirmament flonkert en dan barst hij uit. Rondom de top van de Stromboli kleurt het oranje, je ziet de roodgloeiende stenen neerkomen en de lava stromen. Heel bijzonder! We proberen iets daarvan vast te leggen maar iedere keer als hij uitbarst zijn we te laat met foto en filmapparatuur. De resultaten van onze pogingen doet geen recht aan wat we in werkelijkheid zagen.
Scilla is in Calabrië vooral bekend van de traditionele vangst van zwaardvissen. De zwaardvissen paaien in de buurt van Siciliëen trekken daarbij door de Straat van Messina. In mei en juni gaan de traditionele boten 's ochtends op jacht naar de vissen. De boten (ca 15 m lang) bezitten een 13 m hoge mast met daarbovenop een vlonder. Vanuit de punt van de boot steekt een 15 m lange loopplank uit boven het water. De stuurman staat op het vlonder en speurt in het heldere water naar de zwaardvissen. Is er een school in het zicht, dan stuurt hij de boot erheen, en als een zwaardvis binnen bereik is, harpoeneert een bemanningslid de vis (met de hand!) vanaf de loopplank. De vissen zijn erg sterk waardoor het haast onmogelijk is om ze met de hand uit het water te halen. Om ze moe te maken zit de harpoen met een touw vast aan een groot wijnvat. Dit kunnen ze niet naar beneden trekken, en de zwaardvissen worden uitgeput, zodat de vissers (die ondertussen verdergegaan zijn met vissen) de vermoeide zwaardvissen na een tijd uit het water kunnen tillen.
Zaterdagavond laat komen Juul en Marijke aan en met hen varen we nog verder zuidelijk naar het Zuid-Oostelijke puntje van Sicilië. Onderweg bezoeken we historische plaatsjes, ankerbaaitjes en slapende stadjes. We hebben het gezellig met culinaire verrassingen, mooie zeilrakken en bij gebrek aan wind, helaas motorreizen. Aan het eind van de week huren we nog een auto om naar de historische stad Ragusa te gaan bezoeken. Het is een echte 'dolce far niente' week. We zwaaien hen uit en wij vertrekken uit de zinderde hitte richting het vaste land van Italië om van daaruit over te steken naar Griekenland.