Voor morgen spreken de weerkaarten elkaar tegen. De ene geeft windkracht 5 de andere weerkaart 0. Wat moeten we geloven? We besluiten om waarschijnlijk de volgende dag om 6uur te vertrekken voor de afstand van 50 mijl, maar morgenochtend pas de definitieve beslissing te nemen. Om 20 voor 6 wordt ik wakker en zie dat het Griekse marifoonbericht is aangepast met een windkracht 5 a 6. De andere weerberichten zijn min of meer gelijk gebleven, dus ook enkele die totaal geen wind voorspellen. Op dat moment is het windstil in de haven.
De verschillende apps die we raadplegen trekken op basis van weermodellen hun conclusies en verwerken die tot weerkaarten met gribfiles, pijlen en kleuren. Eigenlijk gooien ze hun eigen sausje over de weermodellen en de vraag is natuurlijk wie heeft er gelijk.
Ik ben geneigd het marifoon weerbericht te geloven. Het wordt speciaal opgesteld voor de scheepvaart en het geldt slechts voor de komende 24 uur. Je mag er van uitgaan dat de wind niet meer wordt dan in het bericht aangegeven voor een specifiek gebied. In het Griekse marifoonbericht voor ons vaargebied dus 5 a 6.
We staan vertwijfeld over de verschillende apps gebogen en vragen ons af wat is wijsheid. Wanneer we vandaag niet gaan, liggen we waarschijnlijk een week vast in deze haven en ook dat is geen aanlokkelijk vooruitzicht. Ik bekijk ook nog de kaarten waarin de hoge en lage drukgebieden, isobaren en de luchtdruk wordt weergegeven. Ik ontdek een kern van lage druk in de richting waar wij naar toe gaan. Verder zitten ze allemaal mis met een luchtdruk. De ene app zegt 110 HPa, de andere 112 Hpa, op de plek waar ons startpunt zich bevindt. Onze barometer geeft 116 Hpa aan. Die wind gaat er wel komen! We gaan!
We varen de baai uit in alle stilte en kunnen de boot rustig zeilklaar maken. We doen nog een ontbijtje en dan zijn we op zee. De wind en golfslag nemen toe, de motor gaat uit en we zeilen. De wind neemt toe en we doen twee riffen in het zeil. Als de wind nog verder toe neemt rollen we ook de fok een stukje in. De golven bepalen het ritme en onze leefstijl. Uiteindelijk zien we 23 knopen weergegeven, windkracht 6 dus. Het marifoonbericht heeft gelijk. We zeilen met een snelheid van dik 7 knopen recht op doel af.
Later raken we in gesprek met een Nederlands stel die een rubberboot bij hun hotel zagen stranden, met daarin misschien wel 30 vluchtelingen. Zij hebben de overtocht van 7 km gewaagd naar een andere wereld, maar wat heeft die hun te bieden? Vooralsnog leven in een tentenkamp en lange procedures. Voor de mensen die mogen blijven is het te hopen dat Europa uiteindelijk voor hen en de volgende generaties ook een thuis wordt!
We vertrekken van Lesbos naar Oinouses, een eilandengroep ten oosten van Chios en dus weer een stap naar het zuiden. Het ligt erg dicht tegen de Turkse kust en om te vermijden dat we door Turkse wateren gaan besluiten we om door de straat tussen Chios en Oinouses te gaan. We moeten Zuid-Westelijk varen om daar te komen en hebben windkracht 6BFt recht van achteren inkomend. Met de golven die er zijn is het geen prettige koers en daarom besluiten we af te kruisen en ruime wind te gaan varen. We varen met 2 riffen in het grootzeil en een volledige high aspect. Als we 2 uur onderweg zijn horen we een doffe dreun door het schip gaan, een stuk hout, een vis, wat zou het zijn?We kijken achter de boot wat we geraakt hebben en ik zie een ronddraaiend pootje en niet veel later de kop van een schildpad. We hadden het niet kunnen vermijden en we hopen maar dat de schildpad niet gewond is geraakt. Even later gaat de wind luwen zoals voorspeld en en wordt het tijd om de riffen er uit te halen. Daarvoor gaan we aan de wind varen, laten de grootschoot vieren zodat de druk uit het grootzeil gaat en hijsen het zeil volledig. We hebben daarvoor koers verlegd en gingen eventjes pal naar de Turkse kust. Niet veel later worden we opgeroepen door de Turkse.....via de marifoon. Ze vragen ons naar vertrekhaven, bestemming, het aantal personen aan boord en ons MMSI nummer. We antwoorden hun keurig en vragen ons af of we in Turkse wateren terecht zijn gekomen. Op onze waterkaarten wordt de grens niet weergegeven.
Ze vragen ons om stand-by te blijven. ‘He, moet je daar kijken’, zegt Jeroen. Ik volg zijn vinger en we zien een onderzeeër recht op ons af komen. Er gebeurt verder niets en de onderzeeër vaart mooi achter ons langs. We zien een vliegtuig rondcirkelen die de onderzeeër nauwlettend in de gaten houdt.
Op Oinousses blijven we een paar dagen liggen. Het eiland is niet zo groot en we maken lange wandelingen om het eiland te ontdekken. Het haventje aan de zuidzijde ligt bij het enige dorpje dat tegen een helling is gebouwd. Het ademt de sfeer van een Waddeneiland, maar dan Grieks met nog steeds weinig toeristen. Ook hier staat een klooster ontdekken we tijdens onze wandelingen. Foto’s maken mogen we niet, maar die hadden we al stiekem gemaakt door het kijkvenstertje in de deur.