Aan boord kwamen Tony, Ankie, Rommie en Alberta. Alberta liet ons bij binnenkomst weten dat zij 20 weken zwanger was. Na een introductie werden de teamleden aan het werk gezet. Het was de bedoeling dat zij ‘hun’ schip zeilend naar een bestemming zouden brengen. De rollen werden verdeeld; Alberta werd schipper en had daarmee de leiding over het schip.
De weergodinnen lieten ons in de steek. Er waaide een stevige windkracht 5, ik zag in een windvlaag en regenbui 26 knopen (6Bft) op de windmeter. Onderweg bleek al snel dat Alberta last had van zeeziekte. Zij werd steeds bleker en kroop steeds verder in een hoekje. Gelukkig had dit team onvermoede krachten en bleken zij in staat de haven van Hindelopen aan te lopen waar we gingen lunchen. Alberta kikkerde, na een wandeling op vaste bodem, gelukkig snel op.
De terugreis werd ingezet en Alberta nam moedig de rol van stuurman op zich. Dit bleek geen slecht idee. De wind was iets gaan liggen, we hadden een ruime koers waardoor het aangenamer zeilen was. Bovendien bleek Alberta heel goed te kunnen sturen. Ze was roervast zonder al te grote roeruitslagen.
Daar stond ze! Stevig het roer in handen een roze blos op de wangen, er ontwikkelde zich een soort oerkracht. Daar stond niet één stuurman, daar stond anderhalf stuurmens!