Als ik vanaf de taxiboot weer op onze boot stap zie ik het al. De trap naar binnen toe is weg en de motor is zichtbaar. Ik hoor wat gestommel en daar is Jeroen, verhit, zijn bovenlijf ontbloot. Ik kijk hem vragend aan en laat de twee tassen met schone was in de Kuip staan. ‘Hoe staan de zaken er voor?’ Vraag ik hem, wetend wat hij aan het uitspoken is. ‘Ik heb goed en slecht nieuws’, zegt Jeroen. ‘Het goede nieuws is dat ik bijna alle schroeven los heb kunnen krijgen, het slecht nieuws is dat er nog 2 muurvast zitten’. ‘Ze zijn waarschijnlijk vastgeroest, ik heb al van alles geprobeerd’, vervolgt hij.
4 Comments
In het visitors center in Charleston boek ik tickets voor het ‘Gospel to Gershwin’ concert in the Circle Church. De mevrouw achter de balie vertelt enthousiast over de kerk en dat we vooral niet moeten vergeten de begraafplaats te bezoeken. ‘The church is round, do you know why? Ik schud ontkennend mijn hoofd. Het is weliswaar een legende en of het waar is weet ze niet. ‘It is build round, so the devil can’t hide in the corners’: zo vervolgt ze haar uitleg.
Op de gevel hangt een bord waarop staat Erica’s bakery. We openen de deur en zien een hoop blikken en potjes staan. Onder de toonbank, in een soort van vitrine, staan verpakte stukken cake, maar wij zijn op zoek naar brood. Achter de toonbank staat een grote eetkamertafel waaraan een mevrouw van een vierkante meter zit. Ze staart op het schermpje van haar telefoon.
‘Er gaan steeds meer rode lichtjes branden’ : merkt Jeroen op. ‘Misschien moet je de auto even stilzetten en uit doen’: antwoord ik. Zoals altijd doet Jeroen alles wat ik zeg. Even later staan we langs de kant van de weg. Bij het omdraaien van de contactsleutel zegt de auto: ‘tok, tok, tok’. Helaas komt er geen leven meer in. Het lijkt een accuprobleem. Niet veel later staat de locale bevolking onder de motorkap te turen naar wat ons op deze plek heeft doen stilstaan.
Plotsklaps zie ik iets wits achter de boot. Mijn eerste gedachte een orka? Gaan we nu eindelijk die grote beesten zien? flitst door mijn hoofd. Ik kan alleen nog maar mm, mmm zeggen en met mijn vinger wijzen naar de witte vlek achter de boot.
Ik leef in 2 werelden, de laatste dagen in Nederland. Nagenietend van de vakantie in de Italiaanse Dolomieten. Wat hadden we een pracht tijd met zijn zessen in Ortisei. Wat een luxe om met ons hele gezin en aanhang een week bij elkaar te kunnen zijn. Quality time!
Ik word ergens wakker van maar de realiteit dringt nog niet tot mij door. Door mijn wimpers speur ik in de omgeving af in het nog grauwe ochtendlicht. De zon staat op uitbarsten en zal enkele seconden later onze hut in lichterlaaie zetten. Uit mijn ooghoeken zie ik een figuur staan. In zijn handen heeft hij een pistool.
Ik gooi de knuppel in het hoenderhok en vraag de lokalen op het terras, als je dat al zo mag noemen, naar wat zij van de situatie vinden. Binnen no time ontspint zich een discussie over wel of niet vaccineren.
Ik betrap mezelf er op dat ik aan het tellen ben in de zin van: hoeveel maanden/weken zijn we hier nog, hoeveel maanden voordat het orkaanseizoen voorbij is, hoeveel tijd voordat het kerst is enz. enz.
‘Als we maar gek genoeg doen, mogen we misschien wel mee eten’, zegt Jeroen. We zijn per gehuurde auto Martinique aan het ontdekken, en zijn op zoek naar een restaurantje om te gaan lunchen. Even verderop ligt een totaal vervallen ziekenhuis, zo ontdekten we eerder.
We zijn inmiddels al weer 2 1/2 week op Sint Maarten en het einde is in zicht. Aan het eind van de week gaan we nog even terug naar Saba. Op Sint Maarten haalden we onze 2e vaccinatie en we zijn nu volledig ingeënt. Niet dat we nu af zijn van alle formaliteiten want zojuist zijn we naar de kliniek geweest om ons voor de zoveelste keer te laten testen. De verpleegster doet haar handelingen voorzichtig en binnen 5 minuten staan we weer op straat. Een uurtje laten heb ik de testresultaten in de mailbox en kan ik het formulier voor toelating tot Saba invullen.
‘Jullie uit Friesland’: zegt de man op de ladder die tegen een huis staat. ‘Ik ken jullie’: vervolgt hij verder. Al pratend komen we er achter dat hij bij het gymnasion heeft gewerkt in Joure. Maar hij is inwoner van Saba, zo vertelt hij ons. Wat is de wereld klein merken we naderhand op.
‘No, she is closed now’ zegt de mevrouw achter een tafel in de buurt van de bakker waar ik even snel een broodje denk te scoren voor Jeroen. Jeroen zit even verderop in een cafeetje waar we net 2 koffie hebben besteld. ‘Ja dat kan ik ook wel zien’ bedenk ik me, want het rolluik zit dicht. Voor de zekerheid vraag ik het nog eens: ‘when is she open’? Het antwoord luidt opnieuw: ‘she is closed now’.
Lekker die regen He? Ja’ beaamt Jeroen. Inwendig moet ik er om lachen. Normaal gesproken zet Jeroen geen stap buiten de deur als het niet moet terwijl het regent. En als.....dan probeert hij zijn nek zo ver als mogelijk tussen zijn schouderbladen te trekken, alsof het daar minder van wordt? Maar hier is een regenbuitje lekker verfrissend!
‘De zon is peper vandaag’ zegt onze reisleider Tony als we een Saramakaans dorp bezoeken. Later deze week vertelt hij dat hij 2 kinderen heeft en zo zegt hij: ‘er zit één in de oven’.
Eindelijk snap waar die uitdrukking vandaan komt. Want zo voelt een oceaan oversteek. Ik staar een beetje over de eindeloze watervlakte. Ben gebiologeerd door het spel van de golven. De vliegvissen vind ik grappig, maar dat eindeloze zitten.....Ik ben geen persoon met rust in de kont om het zo maar eens te zeggen.
Zo dat is eruit, denk ik dan maar. We liggen in de haven maar er is zo veel swell waardoor ik me niet lekker voel. De wasbak is gelukkig in de buurt en mijn lunch verdwijnt door het gootsteenputje. Of.....zou het toch Corona zijn.......
Plotsklaps zie ik een lichtje aan de horizon. Ik check de kaartplotter maar zie geen Ais object. Hmmm......Zou dat een visser zijn, die net zoals op de Noordzee niet wil prijs geven waar zijn visgrond is. Dat zou vreemd zijn,
We liggen in lepeltje-lepeltje houding in de achterhut, het is er verstikkend warm. Ik heb mijn armen ver boven mijn hoofd gestrekt. Jeroen ligt ook met zijn handen boven zijn hoofd. ‘Ik houd dit niet lang meer vol’, zeg ik.
‘Nou Brokke aan het werk!’ zeg ik ik met een blik op wat er aan de vishengel hangt. ‘Wat is dat voor beest?’ zegt Jeroen met ongeloof in zijn stem. ‘Het is een vis’ zeg ik met verholen pret. ‘Nou kom op, aan het werk! Nu zul je het weten ook’ voeg ik er aan toe!
‘Curieus’ zegt Jeroen, ‘ik zie daar schuimkopjes op het water staan’. ‘Ze lijken uit een totaal andere windrichting te komen dan waarop we nu zeilen’. Snel draaien we de Genua weg, en zetten het grootzeil snaarstrak zodat we de windshift kunnen opvangen. Voordat we het weten trekt de wind aan richting de 30 knopen en komt over de andere boeg binnen.
How many passengers do you have on board? Op de marifoon is een gesprek aan de gang tussen een kustwacht en een boot. Waarschijnlijk is de boot ver weg en bij het antwoorden klinkt een hoop gekraak, door de speaker. Ok sir, copy that........
We staan bij het bureautje van een ambtenaar in zwart uniform. ‘She is the captain’: zegt Jeroen als hij aangesproken wordt als captain. Een glimlach vliegt over de man zijn gezicht. Niet veel later spreekt hij Jeroen opnieuw aan als captain. Jeroen wijst alleen maar naar mij, zegt verder niets, en wederom komt er een glimlach..
Waar zal ik eens beginnen....Het is een heksenketel bij de incheckbalie van Tunisair. We staan er ruim op tijd maar door allerlei toestanden bij de verschillende mensen die willen inchecken gaat het uiterst langzaam.
|
AuthorKarin Archief
March 2022
|